a) Het werkwoord: basisvorm van de tegenwoordige tijd
Het werkwoord in het Surayt heeft een infinitief in de tegenwoordige tijd en de toekomende tijd. De tegenwoordige tijd heeft de varianten domax-/dëmx- ܕܳܡܰܟ݂ـ ܆ ܕܷܡܟ݂ـ „slapen“ en goraš-/gurš- ܓܳܪܰܫـ ܆ ܓܘܪܫـ „trekken“. Op deze vormen worden de volgende achtervoegsels toegevoegd voor de verschillende personen in enkelvoud en meervoud:
In de derde en de eerste persoon enkelvoud wordt er onderscheid gemaakt tussen de mannelijke en de vrouwelijke vervoeging, maar in de tweede persoon enkelvoud niet. In het meervoud wordt er over het algemeen slechts één vorm gebruikt voor beide geslachten.
Bijvoorbeeld bij het werkwoord domax ܕܳܡܰܟ݂ „slapen“, heeft de tegenwoordige tijd de volgende vervoegingen:
De klinker /ë –ܷ–/ in de infinitief met dëmx- ܕܷܡܟ݂ـ݂ heeft in vele werkwoorden de variant /u ܘ/ zoals in goraš ܓܳܪܰܫ „trekken“, gurš- ܓܘܪܫ:
Alle regelmatige werkwoorden vormen de infinitief van de tegenwoordige tijd op deze manier. Deze vormen worden o.a. in bijzinnen gebruikt, (dat wil zeggen na de conjunctie d ܕ), en om een wens of mogelijkheid uit te drukken:
Let op:
In het Surayt dient de infinitief van de tegenwoordige tijd, bijv.: goraš ܓܳܪܰܫ / guršo ܓܘܪܫܐ, domax ܕܳܡܰܟܼ /dëmxo ܕܷܡܟ݂ܐ, ook als infinitief te worden gebruikt voor werkwoorden in de woordenschaten en latere lessen waaronder het respectievelijke werkwoord is te vinden.
b) Het werkwoord: Tegenwoordige tijd en toekomende tijd
De klanken ko- ܟـ en gëd ܓܷܕ bepalen de onbepaalde tijdsvorm van het werkwoord goraš ܓܳܪܰܫ. De klank ko- ܟܳـ wordt toegevoegd aan het begin van het werkwoord in de tegenwoordige tijd en gëd ܓܷܕ in de toekomende tijd
Voorbeelden van de tegenwoordige tijd:
Voorbeelden van de toekomende tijd:
|