The editing screen requires at least 450 pixels of horizontal space. Please rotate your device or use one with a bigger screen.

Grammatica 7

 

a) Het werkwoord: basisvorm van de tegenwoordige tijd

Het werkwoord in het Surayt heeft een infinitief in de tegenwoordige tijd en de toekomende tijd. De tegenwoordige tijd heeft de varianten domax-/dëmx- ܕܳܡܰܟ݂ـ ܆ ܕܷܡܟ݂ـ „slapen“ en goraš-/gurš- ܓܳܪܰܫـ ܆ ܓܘܪܫـ „trekken“. Op deze vormen worden de volgende achtervoegsels toegevoegd voor de verschillende personen in enkelvoud en meervoud:

  Enkelvoud Meervoud
3e Persoon (m.) -- (zonder toevoeging) -i ـܝ
3e Persoon (v.) -o ـܐ
2e Persoon -at ــܰܬ -itu ـܝܬܘ
1e Persoon (m.) -no ـܢܐ -ina ـܝܢܰܐ
1e Persoon (v.) -ono ـܳܢܐ

In de derde en de eerste persoon enkelvoud wordt er onderscheid gemaakt tussen de mannelijke en de vrouwelijke vervoeging, maar in de tweede persoon enkelvoud niet. In het meervoud wordt er over het algemeen slechts één vorm gebruikt voor beide geslachten.

Bijvoorbeeld bij het werkwoord domax ܕܳܡܰܟ݂ „slapen“, heeft de tegenwoordige tijd de volgende vervoegingen:

  Enkelvoud Meervoud
3e Persoon (m.) domax ܕܳܡܰܟ݂ dëmxi ܕܷܡܟ݂ܝ
3e Persoon (v.) dëmxo ܕܷܡܟ݂ܐ
2e Persoon dëmxat ܕܷܡܟ݂ܰܬ dëmxitu ܕܷܡܟ݂ܝܬܘ
1e Persoon (m.) domaxno ܕܳܡܰܟ݂ܢܐ dëmxina ܕܷܡܟ݂ܝܢܰܐ
1e Persoon (v.) dëmxono ܕܷܡܟ݂ܳܢܐ
De klinker /ë –ܷ–/ in de infinitief met dëmx- ܕܷܡܟ݂ـ݂ heeft in vele werkwoorden de variant /u ܘ/ zoals in goraš ܓܳܪܰܫ „trekken“, gurš- ܓܘܪܫ:
  Enkelvoud Meervoud
3e Persoon (m.) goraš ܓܳܪܰܫ gui ܓܘܪܫܝ
3e Persoon (v.) guo ܓܘܪܫܐ
2e Persoon guat ܓܘܪܫܰܬ guitu ܓܘܪܫܝܬܘ
1e Persoon (m.) gorašno ܓܳܪܰܫܢܐ guina ܓܘܪܫܝܢܰܐ
1e Persoon (v.) guono ܓܘܪܫܳܢܐ
Alle regelmatige werkwoorden vormen de infinitief van de tegenwoordige tijd op deze manier. Deze vormen worden o.a. in bijzinnen gebruikt, (dat wil zeggen na de conjunctie d ܕ), en om een wens of mogelijkheid uit te drukken:
d korax cal cwodo om werk te gaan zoeken ܕܟܳܪܰܟ݂ ܥܰܠ ܥܘܳܕܐ
d yolaf u lišono om de taal te leren ܕܝܳܠܰܦ ܐܘ ܠܝܫܳܢܐ
lašan d noṭar gušme zodat hij voor zijn lichaam zorgt ܠܰܫܰܢ ܕܢܳܛܰܪ ܓܘܫܡܶܗ
mën d lozam elux wat je (m.) maar nodig hebt ܡܷܢ ܕܠܳܙܰܡ ܐܶܠܘܟ݂
qay këbcat yëlfat Surayt? waarom wil jij Surayt leren? ܩܰܝ ܟܐܷܒܥܰܬ ܝܷܠܦܰܬ ܣܘܪܰܝܬ؟
aydarbo šoqal mede hoe hij iets koopt ܐܰܝܕܰܪܒܐ ܫܳܩܰܠ ܡܶܕܶܐ
lo dëmxina wij slapen niet ܠܐ ܕܷܡܟ݂ܝܢܰܐ

Let op:

In het Surayt dient de infinitief van de tegenwoordige tijd, bijv.: goraš ܓܳܪܰܫ / guršo ܓܘܪܫܐ, domax ܕܳܡܰܟܼ /dëmxo ܕܷܡܟ݂ܐ, ook als infinitief te worden gebruikt voor werkwoorden in de woordenschaten en latere lessen waaronder het respectievelijke werkwoord is te vinden.

 

b) Het werkwoord: Tegenwoordige tijd en toekomende tijd

De klanken ko- ܟـ en gëd ܓܷܕ bepalen de onbepaalde tijdsvorm van het werkwoord goraš ܓܳܪܰܫ. De klank ko- ܟܳـ wordt toegevoegd aan het begin van het werkwoord in de tegenwoordige tijd en gëd ܓܷܕ in de toekomende tijd

goraš „trekken“ ܓܳܪܰܫ
kogoraš hij trekt ܟܳܓܳܪܰܫ
gëd goraš hij zal trekken ܓܷܕ ܓܳܪܰܫ
domax „slapen“ ܕܳܡܰܟ݂
kodomax hij slaapt ܟܳـܕܳܡܰܟ݂
gëd domax hij zal slapen ܓܷܕ ܕܳܡܰܟ݂
Voorbeelden van de tegenwoordige tijd:
u Afrem koloqe b noše d koḏacce Afrem ontmoet mensen die hij kent ܐܘ ܐܰܦܪܶܡ ܟܳܠܳܩܶܐ ܒܢܳܫܶܐ ܕܟܐܕ݂ܰܥܥܶܗ
kokurxi cal ḥḏoḏe zij zoeken elkaar ܟܳܟܘܪܟ݂ܝ ܥܰܠ ܚܕ݂ܳܕ݂ܶܐ
u Afrem konofaq Afrem gaat erop uit ܐܘ ܐܰܦܪܶܡ ܟܳܢܳܦܰܩ
mën kosaymitu harke? wat doen jullie hier? ܡܷܢ ܟܳܣܰܝܡܝܬܘ ܗܰܪܟܶܐ؟
kocowadno xud malfono ik werk als leraar ܟܳܥܳܘܰܕܢܐ ܟ݂ܘܕ ܡܰܠܦܳܢܐ
hënne kocayši harke zij wonen hier ܗܷܢܢܶܐ ܟܳܥܰܝܫܝ ܗܰܪܟܶܐ
Voorbeelden van de toekomende tijd:
gëd yëlfat Surayt Jij zal Surayt leren? ܓܷܕ ܝܷܠܦܰܬ ܣܘܪܰܝܬ
gëd korax cal cwodo hij zal op zoek gaan naar werk ܓܷܕ ܟܳܪܰܟ݂ ܥܰܠ ܥܘܳܕܐ
aydarbo gëd šoqal u bayto? Hoe zal hij het huis kopen? ܐܰܝܕܰܪܒܐ ܓܷܕ ܫܳܩܰܠ ܐܘ ܒܰܝܬܐ؟
Afrem gëd yolaf u lišono Afrem zal de taal leren ܐܰܦܪܶܡ ܓܷܕ ܝܳܠܰܦ ܐܘ ܠܝܫܳܢܐ
hiya gëd nëṭro gušma zij zal voor haar lichaam zorgen ܗܝـܝܰܐ ܓܷܕ ܢܷܛܪܐ ܓܘܫܡܰܗ
gëd dëmxina bi qelayto wij zullen in de kamer slapen ܓܷܕ ܕܷܡܟ݂ܝܢܰܐ ܒܝ ܩܶܠܰܝܬܐ