Cultuur 4 |
Historisch gezien is de familie de hoeksteen van de Aramese/Assyrische samenleving. Onder “familie" verstaat men de uitgebreide familie. Normaliter woonden in een huis in Turabdin de grootouders, hun kinderen en kleinkinderen onder één dak. Het huis had een binnenplaats dat werd omringd door verschillende woongedeelten. De diverse gedeelten werden bewoond door de familieleden. Vaak was er nog een schuur of een stal aanwezig als een aaneengesloten deel van het huis. Familie wordt aangeduid met Bayto “huis", waarvan de afkorting (Be) wordt gebruikt als een teken van het behoren tot een familie. Zo vraagt men: me be man hat? (letterlijk : van welk huis bent u?) als u wilt informeren naar de familie waartoe een persoon behoort. Het antwoord op een dergelijke vraag is bijvoorbeeld, (me) be Malke “de familie van Malke". Na de emigratie naar de Westerse landen onderscheidt zich onder de jongere generatie van Arameeërs/Assyriërs een tendens om het zwaartepunt in familierelaties te verschuiven naar het gezin. Het spreekwoord Ono w aḥuni cal u abro d cammi, ono w u abro d cammi cal u nuxroyo "mijn broer en ik tegen mijn neef en mijn neef en ik tegen een vreemde" benadrukt het belang van de verschillende familierelaties en onderschrijft tegelijkertijd de traditionele solidariteit van de uitgebreide familie ten opzichte van vreemden. |