Grammatica 6 |
a) Meervoudsvorming: geleende zelfstandige naamwoorden De geleende zelfstandige naamwoorden zijn woorden uit de basis van de Aramese taal. Deze onderscheiden zich van de leenwoorden in zowel hun basisvorm als in het meervoud. Hieronder vallen de zelfstandige naamwoorden uit Grammatica 2A.
1. Mannelijk zelfstandig naamwoord Mannelijke zelfstandige naamwoorden eindigend op -o ـܐ vervormen in de regel in het meervoud op -e ـܶܐ:
2. Vrouwelijk zelfstandig naamwoord De vrouwelijke zelfstandige naamwoorden eindigen -to ـܬܐ / -ṯo ـܬ݂ܐ, vervormen in het meervoud voornamelijk tot -oṯe ـܳܬ݂ܶܐ:
b) Meervoud: leenwoorden Leenwoorden zijn woorden uit andere talen welke zijn geïntegreerd in het Surayt. Ze zijn door hun uiterlijke vorm herkenbaar als niet-oorspronkelijk Surayt woorden. Deze zelfstandige naamwoorden eindigen in mannelijke vorm vaak op een medeklinker en in vrouwelijke vorm op -a ـܰܐ of -e ـܶܐ en in het meervoud eindigen beide op -at ـܰܬ. 1. Mannelijke leenwoorden eindigen op een medeklinker
In veel gevallen kunnen zowel de mannelijke leenwoorden als de geleende zelfstandig naamwoorden eindigend op een medeklinker, in meervoud eindigen op -e ـܶܐ. Hieronder een aantal voorbeelden: rastorant, ܪܰܣܬܳܪܰܢܬ Pl. rastorantat -rastorante ܪܰܣܬܳܪܰܢܬܰܬ – ܪܰܣܬܳܪܰܢܬܶܐ talafon ܬܰܠܰܦܳܢ, Pl. talafonat - talafone ܬܰܠܰܦܳܢܰܬ – ܬܰܠܰܦܳܢܶܐ Bovendien kunnen de mannelijke leenwoorden uit deze categorie met een Arabische oorsprong ook de Arabische meervoudsvorm aannemen. Bijgevolg zijn er voor sommige zelfstandige naamwoorden drie meervoudsvormen:
Meer recente ontleningen kunnen afwijken van deze regel, zoals het vrouwelijke woord tuwalet ܬܘܘܰܠܶܬ , meervoud tuwaletat ܬܘܘܰܠܶܬܰܬ „toiletten“. Principieel wordt in woordenschaten en woordenboeken de meervoudsvorm weergegeven om samen met het enkelvoud te leren.´ |