The editing screen requires at least 450 pixels of horizontal space. Please rotate your device or use one with a bigger screen.

Grammatica 14

a) De werkwoordvervoeging in de derde stam

1. De verbuiging van de tegenwoordige tijd

Zoals bij de andere stammen heeft de tegenwoordige tijd ook in de derde stam twee vormen: maltam- ܡܰܠܬܰܡـ voor verbuigingsachtervoegsels met een medeklinkerklank en maltm- ܡܰܠܬܡـ voor die met een klinkerklank:  

 

enkelvoud

meervoud

3e p. (m.)

maltam

ܡܰܠܬܰܡ

maltmi

ܡܰܠܬܡܺܝ

3e p. (v.)

maltmo

ܡܰܠܬܡܳܐ

2e p.

maltmat

ܡܰܠܬܡܰܬ

maltmitu

ܡܰܠܬܡܺܝܬܘ

1e p. (m.)

maltamno

ܡܰܠܬܰܡܢܳܐ

maltmina

ܡܰܠܬܡܺܝܢܰܐ

1e p. (v.)

maltmono

ܡܰܠܬܡܳܢܳܐ

Opmerking:

Bij de basis van de klinkerklank verbuigingsachtervoegsels maltm- ܡܰܠܬܡـ wordt het vervolgdeel -ltm- ـܠܰܬܡـ bij sommige medeklinkers met behulp van een hulpklinker, /a/ of /ё/ tot -latm- ـܠܰܬܡـ resp. -lёtm- ـܠܷܬܡـ afgesplitst: komadamxi an nacime  ܟܳܡܰܕܰܡܟ݂ܝ ܐܰܢ ܢܰܥܝܡܶܐ „they put the children to sleep“, gёd macёzmina am morayḏan  ܓܷܕ ܡܰܥܷܙܡܝܢܰܐ ܐܰܡ ܡܳܪܰܝܕ݂ܰܢ „we nodigen onze familieleden uit“.

Voorbeelden van de tegenwoordige en de toekomende tijd in de derde stam:

Bëṯër gëd madcarno xabro aclux.

Daarna zal ik je een antwoord geven.

ܒܷܬ݂ܷܪ ܓܶܕ ܡܰܕܥܰܪܢܐ ܟ݂ܰܒܪܐ ܐܰܥܠܘܟ݂.

I barṯayḏax komafaṣḥolan baq qolayḏa d ceḏo zcuro.

Jouw (v.) dochter vergenoegd ons met haar kerstliederen.

ܐܝ ܒܰܪܬ݂ܰܝܕ݂ܰܟ݂ ܟܳܡܰܦܰܨܚܳܠܰܢ ܒܰܩ ܩܳܠܰܝܕ݂ܰܗ ܕܥܶܕ݂ܐ ܙܥܘܪܐ.

Aydarbo komašafcitu u lalyo?

Hoe brengen jullie de nacht door?

ܐܰܝܕܰܪܒܐ ܟܳܡܰܫܰܦܥܝܬܘ ܐܘ ܠܰܠܝܐ؟

2) De verbuiging van de verleden tijd

Zoals ook in de tweede stam heeft de verleden tijd in de derde stam slechts één basis, nl. maltam- ܡܰܠܬܰܡـ en correspondeert met de vorm van de tegenwoordige tijd. Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen overgankelijke en onovergankelijke werkwoorden. Met de verbuigingsachtervoegsels heeft de verleden tijd van maltam ܡܰܠܬܰܡ de volgende vormen:

 

enkelvoud

meervoud

3e p. (m.)

maltamle

ܡܰܠܬܰܡܠܶܗ

maltamme

ܡܰܠܬܰܡܡܶܗ

3e p. (v.)

maltamla

ܡܰܠܬܰܡܠܰܗ

2e p. (m.)

maltamlux

ܡܰܠܬܰܡܠܘܟܼ

maltamxu

ܡܰܠܬܰܡܟ݂ܘ

2e p. (v.)

maltamlax

ܡܰܠܬܰܡܠܰܟܼ

1e p.

maltamli

ܡܰܠܬܰܡܠܝ

maltamlan

ܡܰܠܬܰܡܠܰܢ

Voorbeelden van de verleden tijd in de derde stam:

Mawḏacce ruḥayye bë ḥḏoḏe.

Ze stelden zich aan elkaar voor.

ܡܰܘܕ݂ܰܥܥܶܗ ܪܘܚܰܝܝܶܗ ܒܷܚܕ݂ܳܕ݂ܶܐ.

Hёnne macmaḏḏe i barṯaṯṯe bi cito.

Ze doopten hun dochter in de kerk.

ܗܷܢܢܶܐ ܡܰܥܡܰܕ݂ܕ݂ܶܗ ܐܝ ܒܰܪܬ݂ܰܬ݂ܬ݂ܶܗ ܒܝ ܥܝܬܐ.

Markawwe i dawmo du ceḏo.

Ze tuigden de kerstboom op.

ܡܰܪܟܰܘܘܶܗ ܐܝ ܕܰܘܡܐ ܕܘ ܥܶܕ݂ܐ.

 

b) De passieve werkwoordstammen en het passieve werkwoord

1. Naast de actieve stam heeft het Surayt ook drie passieve werkwoordstammen. Aangezien aan elk van de passieve werkwoordstammen een actieve werkwoordstam kan worden toegeschreven, worden ze met Ip, IIp en IIIp aangegeven. Deze stammen kunnen worden aangeduid als een vervolg van de t-stammen van het oudere Aramees, nl. Eṯpʿel ܐܶܬ݂ܦܥܶܠ (= Ip), Eṯpaʿʿal ܐܶܬ݂ܦ݁ܰܥܰܠ (=IIp) en Ettafʿal ܐܶܬ݁ܬ݁ܰܦ݂ܥܰܠ (IIIp).

Het conjugatieprincipe van de passieve werkwoordstammen correspondeert met die van de actieve werkwoordstammen. De passieve stammen hebben hun eigen verbuigingsbasis. Bij de verbuiging nemen de passieve werkwoorden zowel in de tegenwoordige tijd als in de verleden tijd de achtervoegselserie van de tegenwoordige tijd (zie G.7a). In dit opzicht lijken ze op onovergankelijke werkwoorden.

De volgende tabellen laten een overzicht zien van de basis van de tegenwoordige en verleden tijd van de passieve werkwoordstammen in vergelijking met de actieve vormen:

  Basis van de tegenwoordige tijd Basis van de verleden tijd  
I goraš-, gurš-/gёrš- grёš- trekken
ܓܳܪܰܫـ , ܓܘܪܫـ/ܓܷܪܫـ ܓܪܷܫـ
Ip mёgraš-, mёgroš- grёš-, griš- worden getrokken
ܡܷܓܪܰܫـ , ܡܷܓܪܳܫـ ܓܪܷܫـ , ܓܪܝܫـ
II mzaban-, mzabn- mzaban- verkopen
ܡܙܰܒܰܢـ , ܡܙܰܒܢـ ܡܙܰܒܰܢـ
IIp mizaban-, mizabn- mzaban-, mzabn- worden verkocht
ܡܝܙܰܒܰܢـ, ܡܝܙܰܒܢـ ܡܙܰܒܰܢـ, ܡܙܰܒܢـ
III macmar-, macmr- macmar- bouwen
ܡܰܥܡܰܪـ, ܡܰܥܡܪـ ܡܰܥܡܰܪـ
IIIp mitacmar-, mitacmr- mtacmar-, mtacmr- worden gebouwd
ܡܝܬܰܥܡܰܪـ, ܡܝܬܰܥܡܪـ ܡܬܰܥܡܰܪـ, ܡܬܰܥܡܪـ

De eerste vorm staat telkens voor de verbuigingsachtervoegsels van de medeklinkerklank en de tweede voor de klinkerklank. In de IIIp (zoals ook de III) kan de basis van klinkerklank achtervoegsels een vrije variant hebben met een afsplitsing in een medeklinkervervolg -cmr- ܥܡܪ, tegenwoordige tijd: mitacamr- ܡܝܬܰܥܰܡܪـ en verleden tijd: mtacamr- ܡܬܰܥܰܡܪـ.

2. Van elk actief werkwoord kan een passief werkwoord worden gevormd. Het actieve werkwoord drukt actieve handelingen uit, bijv. u zlam koqolaf u ḥabušo ܐܘ ܙܠܰܐܡ ܟܳܩܳܠܰܦ ܐܘ ܚܰܒܘܫܐ „de man schilt de appel“. Het passieve werkwoord beschrijft de handeling vanuit een ander oogpunt.: U ḥabušo komëqlaf (mu zlam)ܐܘ ܚܰܒܘܫܐ ܟܳܡܷܩܠܰܦ (ܡܘ ܙܠܰܐܡ) “De appel wordt (door de man) geschilt”. Het eigenlijke onderwerp (hier: u zlam ܐܘ ܙܠܰܐܡ “de man”) wordt in het passieve niet meer benadrukt. Hij wordt vervangen door een nieuw onderwerp (u ḥabušo ܐܘ ܚܰܒܘܫܐ “de appel”). Daarmee wordt benadrukt dat de appel werd geschild. Degene die de appel heeft geschild speelt hierbij geen rol meer. Deze kan echter met behulp van mu ṭaraf d- ܡܘ ܛܰܪܰܦ ܕ “door toedoen van” of afgekort me- ܡܶܐ “door” worden aangevuld: u ḥabušo komёqlaf mu ṭaraf du zlam ܐܘ ܚܰܒܘܫܐ ܟܳܡܷܩܠܰܦ ܡܘ ܛܰܪܰܦ ܕܘ ܙܠܰܐܡ of u ḥabušo komёqlaf mu zlam ܐܘ ܚܰܒܘܫܐ ܟܳܡܷܩܠܰܦ ܡܘ ܙܠܰܐܡ “de appel wordt door de man geschild”.

3. Enkele onovergankelijke en wederkerende werkwoorden worden zoals passieve werkwoorden gevormd. Hiertoe behoren ook vaak veel voorkomende  werkwoorden zoals mёjġal – jġil ܡܷܔܓ݂ܰܠ - ܔܓ݂ܝܠ „spreken, praten“, mibaṭ - biṭ ܡܝܒܰܛ - ܒܝܛ „exploderen“, mёfṣaḥ - fṣiḥ ܡܷܦܨܰܚ - ܦܨܝܚ „zich verheugen“, mёfraš – friš ܡܷܦܪܰܫ - ܦܪܝܫ „zich scheiden“.

 

c) De werkwoordvervoeging in de eerste passieve vorm

1. De vervoeging van de tegenwoordige tijd

De regelmatige werkwoorden van de eerste passieve werkwoordstam worden in de tegenwoordige tijd vebogen volgens het voorbeeld van mёfham – fhim ܡܷܦܗܰܡ - ܦܗܝܡ (fhm ܦܗܡ Ip) „begrepen worden“:

 

enkelvoud

meervoud

3e p. (m.)

mëfham

ܡܷܦܗܰܡ

mëfhomi

ܡܷܦܗܳܡܺܝ

3e p. (v.)

mëfhomo

ܡܷܦܗܳܡܳܐ

2e p.

mëfhomat

ܡܷܦܗܳܡܰܬ

mëfhomitu

ܡܷܦܗܳܡܺܝܬܘ

1e p. (m.)

mëfhamno

ܡܷܦܗܰܡܢܳܐ

mëfhomina

ܡܷܦܗܳܡܺܝܢܰܐ

1e p. (v.)

mëfhomono

ܡܷܦܗܳܡܳܢܳܐ

 

Voorbeelden van de eerste passieve stam in de tegenwoordige tijd:

Gёd mёzwono i raḏaytayḏux adyawma.

Vandaag word je auto (m.) gekocht.

ܓܷܕ ܡܷܙܘܳܢܐ ܐܝ ܪܰܕ݂ܰܝܬܰܝܕ݂ܘܟ݂ ܐܰܕܝܰܘܡܰܐ.

Lo komёfhomitu.

Men begrijpt jullie niet; jullie zijn niet te begrijpen.

ܠܐ ܟܳܡܷܦܗܳܡܝܬܘ.

Komëqroyo i egarṯo w komëzmori aq qole.

De brief wordt gelezen en de liederen worden gezongen.

ܟܳܡܷܩܪܳܝܐ ܐܝ ܐܶܓܰܪܬ݂ܐ ܘܟܳܡܷܙܡܳܪܝ ܐܰܩ ܩܳܠܶܐ.


Onovergankelijke werkwoorden:

Kibi mёjġolono acme? Kan ik (v.) hem spreken? ܟܝܒܝ ܡܷܔܓ݂ܳܠܳܢܐ ܐܰܥܡܶܗ؟
Lo mёḥzonat! Wees niet getreurd! ܠܐ ܡܷܚܙܳܢܰܬ!
Kolozam mёṯnoḥat bu bayto. Je moet thuis uitrusten. ܟܳܠܳܙܰܡ ܡܷܬ݂ܢܳܚܰܬ ܒܘ ܒܰܝܬܐ.

2. De vervoeging van de verleden tijd

De basis van de verleden tijd van de eerste passieve stam is identiek aan die van de actieve werkwoorden in de eerste stam. Echter nemen de passieve werkwoorden in de verleden tijd de verbuigingsachtervoegsels van de tegenwoordige tijd aan. Hier is het paradigma volgens het voorbeeld van fhim ܦܗܝܡ „worden begrepen“:

 

enkelvoud

meervoud

3e p. (m.)

fhim

ܦܗܝܡ

fhimi

ܦܗܝܡܝ

3e p. (v.)

fhimo

ܦܗܝܡܐ

2e p.

fhimat

ܦܗܝܡܰܬ

fhimitu

ܦܗܝܡܝܬܘ

1e p. (m.)

fhëmno

ܦܗܷܡܢܐ

fhimina

ܦܗܝܡܝܢܰܐ

1e p. (v.)

fhimono

ܦܗܝܡܳܢܐ

Opmerking:

De /i/ in de 3e persoon m.ev. (fhim ܦܗܝܡ , griš ܓܪܝܫ , jġil ܔܓ݂ܝܠ etc.) is, een uitzondering op de regel voor gesloten lettergrepen, altijd lang:

Mir ele, mёṯnaḥ!

Er werd hem gezegd: rust uit!

ܡܝܪ ܐܶܠܶܗ، ܡܷܬ݂ܢܰܚ!

Hiya nafilo w twiro druca.

Zij viel en brak haar arm (lett.: haar arm brak).

ܗܝܝܰܐ ܢܰܦܝܠܐ ܘܬܘܝܪܐ ܕܪܘܥܰܗ.

Aṯmёl hiw u darmono.

Gisteren werd het medicijn toegediend.

ܐܰܬ݂ܡܷܠ ܗܝܘ ܐܘ ܕܰܪܡܳܢܐ.

Tamo zbiṭina w law qadirina ducrina lu bayto.

Daar werden we vastgehouden en konden niet meer naar huis terugkeren.

ܬܰܡܐ ܙܒܝܛܝܢܰܐ ܘܠܰܘ ܩܰܕܝܪܝܢܰܐ ܕܘܥܪܝܢܰܐ ܠܘ ܒܰܝܬܐ.

Sxiri aš šaboke.

De ramen werden gesloten.

ܣܟ݂ܝܪܝ ܐܰܫ ܫܰܒܳܟܶܐ.

Ftiḥ u tarco.

De deur werd geopend.

ܦܬܝܚ ܐܘ ܬܰܪܥܐ.