The editing screen requires at least 450 pixels of horizontal space. Please rotate your device or use one with a bigger screen.

Woordenschat
Luḥo d mele ܠܘܚܐ ܕܡܶܠܶܐ
abne zonen ܐܰܒܢܶܐ
abne d cammo neven (vaderskant) ܐܰܒܢܶܐ ܕܥܰܡܡܐ
abne d ḥolo neven (moederskant) ܐܰܒܢܶܐ ܕܚܳܠܐ
abro zoon ܐܰܒܪܐ
aḥuno broer ܐܰܚܘܢܐ
arbci veertig ܐܰܪܒܥܝ
arbco vier ܐܰܪܒܥܐ
asiruṯo contact, relatie ܐܰܣܝܪܘܬ݂ܐ
aṯro land, plaats ܐܰܬ݂ܪܐ
aṯto vrouw ܐܰܬ݂ܬܐ
babo vader ܒܰܒܐ
ban ëšne in de jaren ܒܰܢ ܐܷܫܢܶܐ
barṯo dochter ܒܰܪܬ݂ܐ
bnoṯe dochters ܒܢܳܬ݂ܶܐ
bu zabnawo in die tijd ܒܘ ܙܰܒܢܰܘܐ
cadi gewoon, normaal ܥܰܕܝ
cam met ܥܰܡ
cammo, pl. cammone (mv.) oom (vaderskant) ܥܰܡܡܐ ܆ ܥܰܡܡܳܢܶܐ
camṯo tante (vaderskant ܥܰܡܬ݂ܐ
cëmro leeftijd ܥܷܡܪܐ
csar (v.) tien ܥܣܰܪ
dado (v.) vrouw van oom (vaderskant) ܕܰܕܐ (ܐܰܬ݂)
dukano (v.) winkel, zaak ܕܘܟܰܢܐ (ܐܰܬ݂)
dukano daj jule kledingwinkel, kledingzaak ܕܘܟܰܢܐ ܕܰܔ ܔܘܠܶܐ
ema Wanneer? ܐܶܡܰܐ
emo (v.) moeder ܐܶܡܐ (ܐܰܬ݂)
ëšne jaren ܐܷܫܢܶܐ
gawire (mv.) gehuwd ܓܰܘܝܪܶܐ
gawro man ܓܰܘܪܐ
ġalabe veel ܓ݂ܰܠܰܒܶܐ
harke hier ܗܰܪܟܶܐ
haṯe (v.ev.) dit, deze ܗܰܬ݂ܶܐ
hawxa zo ܗܰܘܟ݂ܰܐ
heš nog ܗܶܫ
hiyuṯo identiteit ܗܝـܝܘܬ݂ܐ
ḥaye leven ܚܰܝܶܐ
ḥolo oom (broer van moeder) ܚܳܠܐ
ḥoṯo zus ܚܳܬ݂ܐ
ḥulto tante (zus van moeder) ܚܘܠܬܐ
ḥoṯoṯe zussen ܚܳܬ݂ܳܬܼܶܐ
i iqarṯaṯe deze familie ܐܝ ܐܝܩܰܪܬ݂ܰܬ݂ܶܐ
iqarṯo familie ܐܝܩܰܪܬ݂ܐ
iqroṯe families ܐܝܩܪܳܬ݂ܶܐ
jule kleding ܔܘܠܶܐ
këbci zij willen ܟܐܷܒܥܝ
këtle hij heeft ܟܷܬܠܶܗ
këtte zij hebben ܟܷܬܬܶܗ
këṯyo zij komt ܟܷܐܬ݂ܝܐ
këzzën zij gaan ܟܐܷܙܙܷܢ
kocawdi zij werken ܟܳܥܰܘܕܝ
kocawdo zij werkt ܟܳܥܰܘܕܐ
kocayši zij leven, zij wonen ܟܳܥܰܝܫܝ
kocowad hij werkt ܟܳܥܳܘܰܕ
komarno (m.) ik zeg ܟܳܡܰܪܢܐ
komašafco zij brengt door ܟܳܡܰܫܰܦܥܐ
komëjġoli zij spreken ܟܳܡܷܔܓ݂ܳܠܝ
komiḏoco zij is bekend ܟܳܡܝܕ݂ܳܥܐ
komtalfëni zij bellen ܟܳܡܬܰܠܦܷܢܝ
kozayri zij bezoeken ܟܳܙܰܝܪܝ
kul ieder ܟܘܠ
l naar (voorzetsel) ܠـ
lašan zodat ܠܰܫܰܢ
law niet meer ܠܰܘ
lë ḥḏoḏe voor elkaar ܠܷܚܕ݂ܳܕ݂ܶܐ
lišono taal ܠܝܫܳܢܐ
lo ṭocën (dat) zij niet vergeten ܠܐ ܛܳܥܷܢ
m, me van, uit ܡـ ܡܶܐ
madrašto school ܡܰܕܪܰܫܬܐ
markawla ruḥa zij heeft zich gevestigd ܡܰܪܟܰܘܠܰܗ ܪܘܚܰܗ
masuwwe zij zijn oud geworden ܡܰܣܘܘܶܗ
mëqṭoco (dat) ze verbreekt ܡܷܩܛܳܥܐ
miḏe d omdat ܡܝܕ݂ܶܐ ܕ
nacime kinderen ܢܰܥܝܡܶܐ
nafiqi zij zijn uit ܢܰܦܝܩܝ
ne (mv.) ze zijn (koppelwerkwoord) ܢܶܐ
nëfqi (dat) ze weggaan, uitgaan ܢܷܦܩܝ
qaššo, jëddo grootvader, opa ܩܰܫܫܐ ܆ ܔܷܕܕܐ
qašto grootmoeder, oma ܩܰܫܬܐ
qëṭre problemen ܩܷܛܪܶܐ
rakiwo zij is gevestigd ܪܰܟܝܘܐ
rastorant restaurant ܪܰܣܬܳܪܰܢܬ
ruḥa (v.) zich ܪܘܚܰܗ
ste ook ܣܬܶܐ
ṣënca (v.) beroep ܨܷܢܥܰܐ (ܐܰܬ݂)
šato jaar ܫܰܬܐ
taḥolo (v.) tante: vrouw van oom (moederskant) ܬܰܚܳܠܐ (ܐܰܬ݂)
talafon telefoon ܬܰܠܰܦܳܢ
tarte (v.) twee ܬܰܪܬܶܐ
tmone w tleṯi achtendertig ܬܡܳܢܶܐ ܘܬܠܶܬ݂ܝ
tre (m.) twee ܬܪܶܐ
ṭawwo (m.ev.) goed ܛܰܘܘܐ
ṭocën (dat) ze vergeten ܛܳܥܷܢ
ucdo nu ܐܘܥܕܐ
w en ܘ
yo hij is / zij is (koppelwerkwoord) ܝܐ
zabno tijd ܙܰܒܢܐ