The editing screen requires at least 450 pixels of horizontal space. Please rotate your device or use one with a bigger screen.
a) „er is“ en „er is niet“
„Er is“ luidt in het Surayt kit ܟܝܬ (met lange /i ܝ/) respectievelijk kito ܟܝܬܐ met dezelfde betekenis:
Aan de andere kant wordt „er is niet“ met layt ܠܰܝܬ respectievelijk layto ܠܰܝܬܐ weergegeven:
b) „hebben“ en „niet hebben“
1. „hebben“
Het werkwoord „hebben“ wordt gevormd door de basis kët- ܟܷܬ in combinatie met de achtervoegsels van de verleden tijd (zie Grammatica 8a : 1):
Voorbeelden:
2. „niet hebben“
Zo wordt ook „niet hebben“ op deze manier gevormd, echter met behulp van de basis lat-:
Voorbeelden:
c) „zijn“ en „niet zijn“
De basis kët- ܟܷܬ en lat- ܠܰܬ met als toevoeging de vormen van het koppelwerkwoord (zie Grammatica 4b), drukken „zijn” en „niet zijn” uit. Deze vormen worden ook vrije koppelwerkwoordsvormen genoemd:
Terwijl këtyo ܟܷܬܝܐ voornamelijk in een onafhankelijke positie wordt gebruikt, zoals in:
vertegenwoordigd latyo ܠܰܬܝܐ normaliter de negatieve vorm van het koppelwerkwoord (Grammatica 4b):
|