Grammatica 16 |
a) Werkwoorden met vier of meer wortelmedeklinkers 1. Regelmatige werkwoorden Werkwoorden met vier of meer wortelmedeklinkers worden gevormd volgens het schema van de tweede stam. Tot deze klasse werkwoorden behoren dikwijls neologismen zoals mtalfan - mtalfanle ܡܬܰܠܦܰܢ - ܡܬܰܠܦܰܢܠܶܗ „telefoneren“, mparkar – mparkarle ܡܦ݁ܰܪܟܰܪ - ܡܦ݁ܰܪܟܰܪܠܶܗ „parkeren“, mrašmal – mrašmele ܡܪܰܫܡܰܠ - ܡܪܰܫܡܶܠܶܗ „financieren“, mšawšaṭ - mšawšaṭle ܡܫܰܘܫܰܛ - ܡܫܰܘܫܰܛܠܶܗ „ontwikkelen (tr.)“ maar ook oudere ontleende werkwoorden zoals msayṭar - msayṭarle ܡܣܰܝܛܰܪ - ܡܣܰܝܛܰܪܠܶܗ „domineren“, mqayzan - mqayzanle ܡܩܰܝܙܰܢ - ܡܩܰܝܙܰܢܠܶܗ „winnen“, mpartak – mpartakle ܡܦ݁ܰܪܬܰܟ - ܡܦ݁ܰܪܬܰܟܠܶܗ „ontpluimen, plukken“. Aan de hand van het voorbeeld van mtalfan – mtalfanle ܡܬܰܠܦܰܢܠܶܗ – ܡܬܰܠܦܰܢ is hier de vervoeging in de tegenwoordige en verleden tijd getoond: 1) Tegenwoordige tijd
2) Verleden tijd
b) Onregelmatige werkwoorden Historisch gezien hebben onregelmatige werkwoorden minimaal één zwakke medeklinker in de wortel. Tot de zwakke medeklinkers worden gerekend /ʾ/ (olaf ܐ), /w/ (waw ܘ), /y/ (yuḏ ܝ), daar deze in het Surayt gedeeltelijk praktisch niet meer te herkennen zijn. Afhankelijk van de positie van de zwakke medeklinker in de wortel kunnen er drie soorten zwakke werkwoorden worden onderscheiden: 1. Werkwoorden met een eerste zwakke medeklinker, 2. Werkwoorden met een tweede zwakke medeklinker en 3. Werkwoorden met een derde zwakke medeklinker. Echter zijn er ook werkwoorden waarbij er twee posities in de wortel als zwak kunnen worden beschouwd. Hiertoe behoren enkele van de meest gebruikte werkwoorden in het Surayt. Bij de intrede van de l-achtervoegsels van de verleden tijd vertonen werkwoorden met /l-/ ܠ als derde wortelmedeklinker kleine veranderingen waardoor ze tot de onregelmatige werkwoorden worden gerekend. De vervoeging van de onregelmatige werkwoorden wordt in niveau B van deze cursus behandeld echter is een overzicht reeds beschikbaar in de paragraaf “werkwoordvervoeging” in de bijlage.
c) Moderne vormingen en ontleningen bij werkwoorden Om het Surayt een geschikte plaats te geven in het alledaagse gebruik is het noodzakelijk voor de spreker van de taal om neologismen te vormen. Maar de vorming van nieuwe werkwoorden is niet overal gelijk uitgesproken waardoor er onderlinge vormen worden vertoond. 1. In de regel worden nieuwe werkwoorden gevormd volgens het schema van de tweede stam zoals de genoemde werkwoorden mtalfan – mtalfanle ܡܬܰܠܦܰܢܠܶܗ – ܡܬܰܠܦܰܢ „telefoneren“ en mparkar – mparkarle ܡܦ݁ܰܪܟܰܪ - ܡܦ݁ܰܪܟܰܪܠܶܗ „parkeren“. reeds lieten zien. Enkele andere werkwoorden zijn: mšamas – mšamasle ܡܫܰܡܰܣ - ܡܫܰܡܰܣܠܶܗ „zonnen“ mfakas – mfakasle ܡܦܰܟܰܤ - ܡܦܰܟܰܣܠܶܗ „faxen“ mvayaz – mvayazle ܡܒ݂ܰܝܰܙ - ܡܒ݂ܰܝܰܙܠܶܗ „een visum aanvragen“ mdawaš – mdawašle ܡܕܰܘܰܫ - ܡܕܰܘܰܫܠܶܗ „douchen“ msafar – msafarle ܡܣܰܦܰܪ - ܡܣܰܦܰܪܠܶܗ „reizen“ 2. Een tweede en meer voorkomende vormingsmogelijkheid is de samenstelling van het hulpwerkwoord soyam – sёmle ܣܳܝܰܡ - ܣܷܡܠܶܗ „doen“ met het zelfstandig naamwoord of infinitief van de vreemde taal:
d) De gebiedende wijs 1. De gebiedende wijs bij regelmatige werkwoorden De gebiedende wijs heeft één vorm voor het enkelvoud en één voor het meervoud. Terwijl de enkelvoudsvorm geen einde heeft, wordt het einde bij de meervoudsvorm gekenmerkt door een –u ـܘ. Regelmatige werkwoorden hebben de volgende vormen in de gebiedende wijs:
2. Ontkenning van de gebiedende wijs De gebiedende wijs wordt met behulp van lo + stam in de tegenwoordige tijd in de 2e persoon (ev. resp. mv.) ontkennend gemaakt:
e) Meewerkend voorwerp in de tegenwoordige tijd I In de tegenwoordige tijd wordt het meewerkend voorwerp door een partikel gevormd dat afhankelijk is van het werkwoord, maar die tegelijkertijd ook als achtervoegsel achter het werkwoord kan worden gezet. Als onafhankelijk partikel heeft het de volgende vormen:
Het komt veel vaker voor dat deze partikels worden gebruikt als achtervoegsel bij de werkwoordsvorm. Daardoor kan zowel een werkwoordsvorm als een meewerkend voorwerp veranderen. Ter verduidelijking hieronder de achtervoegsels in de tegenwoordige tijd, 1e p. (v.) en (m.) in enkelvoud:
Een diepere discussie over dit onderdeel volgt in niveau B van deze cursus. |