Grammatica 14 |
a) De werkwoordvervoeging in de derde stam 1. De verbuiging van de tegenwoordige tijdZoals bij de andere stammen heeft de tegenwoordige tijd ook in de derde stam twee vormen: maltam- ܡܰܠܬܰܡـ voor verbuigingsachtervoegsels met een medeklinkerklank en maltm- ܡܰܠܬܡـ voor die met een klinkerklank:
Opmerking: Bij de basis van de klinkerklank verbuigingsachtervoegsels maltm- ܡܰܠܬܡـ wordt het vervolgdeel -ltm- ـܠܰܬܡـ bij sommige medeklinkers met behulp van een hulpklinker, /a/ of /ё/ tot -latm- ـܠܰܬܡـ resp. -lёtm- ـܠܷܬܡـ afgesplitst: komadamxi an nacime ܟܳܡܰܕܰܡܟ݂ܝ ܐܰܢ ܢܰܥܝܡܶܐ „they put the children to sleep“, gёd macёzmina am morayḏan ܓܷܕ ܡܰܥܷܙܡܝܢܰܐ ܐܰܡ ܡܳܪܰܝܕ݂ܰܢ „we nodigen onze familieleden uit“. Voorbeelden van de tegenwoordige en de toekomende tijd in de derde stam:
2) De verbuiging van de verleden tijd Zoals ook in de tweede stam heeft de verleden tijd in de derde stam slechts één basis, nl. maltam- ܡܰܠܬܰܡـ en correspondeert met de vorm van de tegenwoordige tijd. Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen overgankelijke en onovergankelijke werkwoorden. Met de verbuigingsachtervoegsels heeft de verleden tijd van maltam ܡܰܠܬܰܡ de volgende vormen:
Voorbeelden van de verleden tijd in de derde stam:
b) De passieve werkwoordstammen en het passieve werkwoord 1. Naast de actieve stam heeft het Surayt ook drie passieve werkwoordstammen. Aangezien aan elk van de passieve werkwoordstammen een actieve werkwoordstam kan worden toegeschreven, worden ze met Ip, IIp en IIIp aangegeven. Deze stammen kunnen worden aangeduid als een vervolg van de t-stammen van het oudere Aramees, nl. Eṯpʿel ܐܶܬ݂ܦܥܶܠ (= Ip), Eṯpaʿʿal ܐܶܬ݂ܦ݁ܰܥܰܠ (=IIp) en Ettafʿal ܐܶܬ݁ܬ݁ܰܦ݂ܥܰܠ (IIIp). Het conjugatieprincipe van de passieve werkwoordstammen correspondeert met die van de actieve werkwoordstammen. De passieve stammen hebben hun eigen verbuigingsbasis. Bij de verbuiging nemen de passieve werkwoorden zowel in de tegenwoordige tijd als in de verleden tijd de achtervoegselserie van de tegenwoordige tijd (zie G.7a). In dit opzicht lijken ze op onovergankelijke werkwoorden. De volgende tabellen laten een overzicht zien van de basis van de tegenwoordige en verleden tijd van de passieve werkwoordstammen in vergelijking met de actieve vormen:
De eerste vorm staat telkens voor de verbuigingsachtervoegsels van de medeklinkerklank en de tweede voor de klinkerklank. In de IIIp (zoals ook de III) kan de basis van klinkerklank achtervoegsels een vrije variant hebben met een afsplitsing in een medeklinkervervolg -cmr- ܥܡܪ, tegenwoordige tijd: mitacamr- ܡܝܬܰܥܰܡܪـ en verleden tijd: mtacamr- ܡܬܰܥܰܡܪـ. 2. Van elk actief werkwoord kan een passief werkwoord worden gevormd. Het actieve werkwoord drukt actieve handelingen uit, bijv. u zlam koqolaf u ḥabušo ܐܘ ܙܠܰܐܡ ܟܳܩܳܠܰܦ ܐܘ ܚܰܒܘܫܐ „de man schilt de appel“. Het passieve werkwoord beschrijft de handeling vanuit een ander oogpunt.: U ḥabušo komëqlaf (mu zlam)ܐܘ ܚܰܒܘܫܐ ܟܳܡܷܩܠܰܦ (ܡܘ ܙܠܰܐܡ) “De appel wordt (door de man) geschilt”. Het eigenlijke onderwerp (hier: u zlam ܐܘ ܙܠܰܐܡ “de man”) wordt in het passieve niet meer benadrukt. Hij wordt vervangen door een nieuw onderwerp (u ḥabušo ܐܘ ܚܰܒܘܫܐ “de appel”). Daarmee wordt benadrukt dat de appel werd geschild. Degene die de appel heeft geschild speelt hierbij geen rol meer. Deze kan echter met behulp van mu ṭaraf d- ܡܘ ܛܰܪܰܦ ܕ “door toedoen van” of afgekort me- ܡܶܐ “door” worden aangevuld: u ḥabušo komёqlaf mu ṭaraf du zlam ܐܘ ܚܰܒܘܫܐ ܟܳܡܷܩܠܰܦ ܡܘ ܛܰܪܰܦ ܕܘ ܙܠܰܐܡ of u ḥabušo komёqlaf mu zlam ܐܘ ܚܰܒܘܫܐ ܟܳܡܷܩܠܰܦ ܡܘ ܙܠܰܐܡ “de appel wordt door de man geschild”. 3. Enkele onovergankelijke en wederkerende werkwoorden worden zoals passieve werkwoorden gevormd. Hiertoe behoren ook vaak veel voorkomende werkwoorden zoals mёjġal – jġil ܡܷܔܓ݂ܰܠ - ܔܓ݂ܝܠ „spreken, praten“, mibaṭ - biṭ ܡܝܒܰܛ - ܒܝܛ „exploderen“, mёfṣaḥ - fṣiḥ ܡܷܦܨܰܚ - ܦܨܝܚ „zich verheugen“, mёfraš – friš ܡܷܦܪܰܫ - ܦܪܝܫ „zich scheiden“.
c) De werkwoordvervoeging in de eerste passieve vorm 1. De vervoeging van de tegenwoordige tijdDe regelmatige werkwoorden van de eerste passieve werkwoordstam worden in de tegenwoordige tijd vebogen volgens het voorbeeld van mёfham – fhim ܡܷܦܗܰܡ - ܦܗܝܡ (fhm ܦܗܡ Ip) „begrepen worden“:
Voorbeelden van de eerste passieve stam in de tegenwoordige tijd:
2. De vervoeging van de verleden tijd De basis van de verleden tijd van de eerste passieve stam is identiek aan die van de actieve werkwoorden in de eerste stam. Echter nemen de passieve werkwoorden in de verleden tijd de verbuigingsachtervoegsels van de tegenwoordige tijd aan. Hier is het paradigma volgens het voorbeeld van fhim ܦܗܝܡ „worden begrepen“:
Opmerking: De /i/ in de 3e persoon m.ev. (fhim ܦܗܝܡ , griš ܓܪܝܫ , jġil ܔܓ݂ܝܠ etc.) is, een uitzondering op de regel voor gesloten lettergrepen, altijd lang:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||