The editing screen requires at least 450 pixels of horizontal space. Please rotate your device or use one with a bigger screen.

Grammatica 5

a) De bezittelijke voornaamwoorden

Het bezittelijk voornaamwoord heeft twee vormen; een zelfstandige vorm (zie grammatica les 10) en een achtervoegsel, dat toegevoegd wordt aan het zelfstandig naamwoord. De achtergevoegde vorm van het bezittelijk voornaamwoord heeft twee reeksen: een algemene en een beperkte. De beperkte reeks wordt voornamelijk gebruikt voor verwantschapsrelaties en lichaamsdelen.

 

1. Het bezittelijk voornaamwoord

De algemene vorm heeft de volgende achtervoegsels:

  Enkelvoud Meervoud
1e Persoon -ayḏi mijn ـܰܝܕ݂ܝ -ayḏan onze, ons ـܰܝܕ݂ܰܢ
2e Persoon

-ayḏux

-ayḏax

mijn (m.)

mijn (v.)

ـܰܝܕ݂ܘܟ݂

ـܰܝܕ݂ܰܟ݂

-aṯxu jullie ـܰܬ݂ܟ݂ܘ
3e Persoon

-ayḏe

-ayḏa

zijn

haar

ـܰܝܕ݂ܶܗ

ـܰܝܕ݂ܰܗ

-aṯṯe hun ـܰܬ݂ܬ݂ܶܗ
Deze achtervoegsels worden toegevoegd aan het uitgangsloze zelfstandig naamwoord dat altijd met een lidwoord begint:
aṯto vrouw ܐܰܬ݂ܬܐ
i aṯto de vrouw ܐܝ ܐܰܬ݂ܬܐ
i aṯtayḏi mijn vrouw ܐܝ ܐܰܬ݂ܬܰܝܕ݂ܝ
malfono leraar ܡܰܠܦܳܢܐ
u malfono de leraar ܐܘ ܡܰܠܦܳܢܐ
u malfonaṯxu jullie leraar ܐܘ ܡܰܠܦܳܢܰܬ݂ܟ݂ܘ
kṯowe boeken ܟܬ݂ܳܘܶܐ
ak kṯowe de boeken ܐܟ ܟܬ݂ܳܘܶܐ
ak kṯowaṯṯe hun boeken ܐܟ ܟܬ݂ܳܘܰܬ݂ܬ݂ܶܗ

2. De beperkte reeks

Deze reeks is beperkt tot verwantschapsrelaties en lichaamsdelen. Hier komen een aantal uitzonderingen bij zoals xabro ܟ݂ܰܒܪܐ „woord“, ëšmo ܐܷܫܡܐ „naam“, šuġlo ܫܘܓ݂ܠܐ „werk“, cëmro ܥܷܡܪܐ „leeftijd“. Deze zelfstandige naamwoorden kunnen ook door de algemene achtervoegselreeks worden vervoegd.

De beperkte reeks heeft de volgende achtervoegsels:

  Enkelvoud Meervoud
1e Persoon -i ـܝ -an ـܰܢ
2e Persoon

-ux

-ax

ـܘܟ݂

ـܰܟ݂

-ayxu ـܰܝܟ݂ܘ
3e Persoon

-e

-a

ـܶܗ

ـܰܗ

-ayye ـܰܝܝܶܗ
Het achtervoegsel van de 1e persoon meervoud -an ـܰܢ heeft de variant -ayna ـܰܝܢܰܐ. De achtervoegsels van de beperkte reeks in de 1e persoon meervoud worden achter het zelfstandig naamwoord gevoegd, ëšmo ܐܷܫܡܐ „naam“:
Enkelvoud Meervoud
ëšmi mijn naam ܐܷܫܡܝ ëšman onze naam ܐܷܫܡܰܢ

ëšmux

ëšmax

jouw (m.) naam

jouw (v.) naam

ܐܷܫܡܘܟ݂

ܐܷܫܡܰܟ݂

ëšmayxu jullie naam ܐܷܫܡܰܝܟ݂ܘ

ëšm

eëšma

zijn naam

haar naam

ܐܷܫܡܶܗ

ܐܷܫܡܰܗ

ëšmayye hun naam ܐܷܫܡܰܝـܝܶܗ
Ook hier moet het achtervoegsel aan het uitgangsloze zelfstandig naamwoord worden toegevoegd, maar hierbij mag geen lidwoord worden gebruikt:
ëšmo naam ܐܷܫܡܐ
u ëšmo de naam ܐܘ ܐܷܫܡܐ
ëšme zijn naam ܐܷܫܡܶܗ

b) De aanwijzende voornaamwoorden

De aanwijzende voornaamwoorden hebben twee vormen ; een zelfstandige vorm en een bijgevoegde vorm (achtervoegsel).

1. De zelfstandige aanwijzende voornaamwoorden

Voor dichtbij Voor veraf
hano dit / deze (m.) ܗܰܢܐ hawo dat/die (m.) ܗܰܘܐ
haṯe dit deze (v.) ܗܰܬ݂ܶܐ hayo dat/die (v.) ܗܰܝܐ
hani deze (mv.) ܗܰܢܝ hanëk die (mv.) ܗܰܢܷܟ
Voorbeelden:
haṯe i aṯtayḏi yo Dit is mijn vrouw ܗܰܬܼܶܐ ܐܝ ܐܰܬܼܬܰܝܕܼܝ ܝܐ
manyo hayo? Wie is die (vrouw)? ܡܰܢܝܐ ܗܰܝܐ؟
hani suryoye ne Dit zijn Arameeërs / Assyriërs ܗܰܢܝ ܣܘܪܝܳܝܶܐ ܢܶܐ
2. De achtervoegsels van de aanwijzende voornaamwoorden
Voor dichtbij Voor veraf
-ano dit/deze (m.) ـܰܢܐ -awo dat/die (m.) ـܰܘܐ
-aṯe dit/deze (v.) ـܰܬ݂ܶܐ -ayo dat/die (v.) ـܰܝܐ
-ani deze (mv.) ـܰܢܝ -anëk die (mv.) ـܰܢܷܟ

Net als bij de algemene reeks van de achtervoegsels bij de bezittelijke voornaamwoorden, worden de achtervoegsels van de aanwijzende voornaamwoorden ook toegevoegd aan het zelfstandig naamwoord. Het zelfstandig naamwoord is hierbij altijd voorzien van een lidwoord.

Voorbeelden:

hërgo les ܗܷܪܓܐ
u hërgo de les ܐܘ ܗܷܪܓܐ
u hërgano deze les ܐܘ ܗܷܪܓܰܢܐ
iqarṯo familie ܐܝܩܰܪܬ݂ܐ
i iqarṯo de familie ܐܝ ܐܝܩܰܪܬ݂ܐ
i iqarṯaṯe deze familie ܐܝ ܐܝܩܰܪܬ݂ܰܬ݂ܶܗ
zabne tijden ܙܰܒܢܶܐ
az zabne de tijden ܐܰܙ ܙܰܒܢܶܐ
az zabnanëk die tijden ܐܰܙ ܙܰܒܢܰܢܷܟ